Voor oldtimers zoals die van jou gelden specifieke voorwaarden met betrekking tot de periodieke keuring. Hier zijn de belangrijkste punten:

  • De periodieke keuring is verplicht voor voertuigen in de categorieën M, N, O en T (Txb of T5 > 40 km/u) die al meer dan 25 jaar in gebruik zijn genomen en zijn ingeschreven met een O-nummerplaat of een gepersonaliseerde nummerplaat met een O-vignet.
  • Er zijn enkele uitzonderingen op de periodieke oldtimerkeuring voor voertuigen met een O-nummerplaat:
    • Voertuigen voor traag vervoer.
    • Voertuigen uitgerust met rupsbanden.
    • Voertuigen in de categorie TL, Txa (< 40 km/u), C of R.
    • Voertuigen van vóór 1 januari 1926. Deze voertuigen worden vaak beschouwd als cultureel erfgoed, verkeren in uitstekende staat en komen zelden op de openbare weg.
  • Voertuigen met een O-nummerplaat van vóór 15 juni 1968 zijn vrijgesteld van het aanleveren van attesten voor verbouwingen die vóór 20 mei 2018 hebben plaatsgevonden.
interieur van een oldtimer

Frequentie van keuring

  • Voertuigen van 25 tot 29 jaar oud moeten jaarlijks worden gekeurd.
  • Voertuigen van 30 tot 49 jaar oud moeten tweejaarlijks worden gekeurd.
  • Voertuigen van 50 jaar en ouder moeten vijfjaarlijks worden gekeurd. Houd er rekening mee dat de keuringsperiode kan worden verkort als gevolg van specifieke keuringen, zoals de geldigheid van het LPG-reservoir, dichtheidsbeproevingstests voor LPG- of CNG-installaties, koppelingsinrichtingen voor M1-voertuigen, enzovoort.

De procedure

  • Als je oldtimer nog niet is ingeschreven met een O-nummerplaat, moet het voertuig vóór de (her)inschrijving altijd een eerste oldtimerkeuring ondergaan. De datum van de eerste oldtimerkeuring wordt dan als referentiedatum genomen voor de periodieke keuring.
  • Je ontvangt een oproepingskaart om je oldtimer naar de periodieke keuring te brengen. Houd er rekening mee dat keuringsstations niet verplicht zijn om dergelijke oproepingskaarten vooraf te versturen. Het is jouw verantwoordelijkheid om zelf te weten wanneer je je voertuig moet laten keuren.
  • Als je oldtimer al vóór 20 mei 2018 is ingeschreven met een O-nummerplaat, wordt de referentiedatum bepaald door de dag en maand van de eerste inverkeerstelling, zoals vermeld op het kentekenbewijs. Je ontvangt een groene kaart (oproepingskaart) om je oldtimer naar de periodieke keuring te brengen. Het niet ontvangen van een oproepingskaart is geen geldige reden om niet naar de keuring te gaan. Het is jouw taak om zelf de vervaldatum van het keuringsbewijs in de gaten te houden.

Als je je oldtimer te laat aanbiedt voor de keuring, moet je een toeslag betalen. Het niet aanbieden van je voertuig heeft ook gevolgen voor de verzekering. Bij een ongeval kan de verzekeringsmaatschappij weigeren de kosten te vergoeden, en bij een politiecontrole kan het ontbreken van het keuringsbewijs leiden tot een boete.

Let op

Als je je oldtimer naar een keuringsstation in een ander gewest wilt brengen, moet je rekening houden met de regelgeving die van toepassing is in dat gewest. Je hebt geen recht op vrijstelling van de keuringsplicht die geldt in het andere gewest. Het keuringsbewijs dat je in een ander gewest hebt verkregen, wordt alleen geaccepteerd als de normale geldigheidsduur niet is overschreden. Bijvoorbeeld, een Vlaamse oldtimer ouder dan 50 jaar kan geldig worden gekeurd in het Waals Gewest, op voorwaarde dat het keuringsbewijs niet ouder is dan 5 jaar.

Je leest meer op Vlaanderen.be.